HET FLAKKEESE VOLKSLIED
Waar het Haringvliet zijn brakke golven.
Slingert in de deining van de zee.
Daar waar over land een gouden velden.
Machtig rijst de toren van Goeree.
Waar de zon langs velden en langs wegen.
Over Middelharnis straalt.
Daar ja, daar ligt het eiland.
Waar op de wereld niets bij haalt.
O, Flakkee,
Wie noemt er iets dat aan je tippen kan,
dat valt niet mee.
O, Flakkee,
Je vruchtbaar land, je duinen aan de zee,
stuk Holland.
O, Flakkee,
Je bent een eiland zonder weerga.
Met al je tarwe juun en pee.
Er is maar een Flakkee.
Gaat men van De Plaat naar Oudorps stranden.
Of men gaat van Bommel naar Goeree.
Oude- Nieuwe-Tonge, Stad of Dirksland.
Overal vindt men er rust en vree.
Dertien van die mooi gelegen plaatsen,
Waar de welvaartszon nooit daalt.
Daar ja, daar ligt het eiland.
Waar op de wereld niets bij haalt.
O, Flakkee,
Wie noemt er iets dat aan je tippen kan,
dat valt niet mee.
Enz. enz,
|